Het herstel en het laten herbeleven van de wallen en grachten van de forten van de Waterlinie was een ingewikkelde opgave, die in feite begon met de vraag hoe de verdedigingswerken er eeuwen geleden uit hebben gezien en wat er precies van bewaard is gebleven. Om te bepalen wat de vorm van de wallen en de diepte van de grachten oorspronkelijk geweest is, was archeologisch onderzoek onontbeerlijk. Archeologen van de gemeente Bergen op Zoom begonnen in 2006 met een proefonderzoek door middel van grondboringen. Eerst van de Liniewal langs de Ligneweg en vervolgens op de forten Pinssen en de Roovere.  De afwisselende bodemlagen gaven aanwijzingen voor de plaats van de wallen, waarvan een aantal in de loop van de tijd was afgegraven (met name de westzijden van de forten) of door regen en wind gedeeltelijk waren weggespoeld (geërodeerd in de grachten).   Deze informatie is vervolgens vergeleken met een serie van oude militaire kaarten uit het nationaal Archief in Den Haag, waarop allerlei doorsneden van de forten en liniewallen te zien zijn. Op die manier kon precies worden nagegaan, hoeveel er van de oorspronkelijke aanleg uit de 17e en wijzigingen in de 18e eeuw was overgebleven. Vanuit die kennis was het de vraag naar welke situatie en hoe dat kon worden hersteld. Uiterst nauwkeurige hoogtemetingen toonden aan, dat de bovenkanten van de wallen aan de oostzijde van Fort de Roovere nog vrijwel onaangetast waren, compleet met opritten (hellingbanen) voor de kanonnen. Ook al waren deze laatste door de begroeiing met bomen en struiken met het oog niet meer te zien. De grachten van de forten waren in de loop der tijd wel vol geraakt met zand en slib en niet meer watervoerend. De wallen van de Liniewal en een deel van fort Pinssen bleken het zwaarst aangetast te zijn. In 2007 is geprobeerd om in het bos van Buitenlust de Franse loopgraven terug te vinden, waarmee in 1747 Fort de Roovere was aangevallen. In de buurt van het kerkhof van Vrederust zijn nog zandheuvels, die misschien deel hebben uitgemaakt van de aanvalswerken op het fort, maar de loopgraven zelf konden niet meer worden gevonden. Deze waren tamelijk ondiep en na het beleg van 1747 heeft de wind in dit gebied – waar zandverstuivingen voorkwamen – tot in de 20e eeuw vrij spel gehad, zodat de resten door erosie waarschijnlijk helemaal uitgewist zijn. Bij de aanleg van de A.4 langs Fort de Roovere is verder gebleken dat het bodemniveau (maaiveld) in de loop der eeuwen door de verschuivingen hoger is komen te liggen, zodat verder zoeken geen zin heeft.. In 2008 hebben de eerste opgravingen op Fort de Roovere plaatsgevonden. De grote vraag was wat er op de “terre” (het 1 hectare grote binnenplein van het fort) nog aan sporen van de voormalige bebouwing in de grond te vinden was. Van oude tekeningen uit het Nationaal Archief was bekend dat daar twee grote soldatenbarakken hebben gestaan, waarvan een gedeelte zelfs als kerkje in gebruik was. Ook was er een woning voor de commandant, officieren en bedienend personeel van het fort. De opgravingen bestonden uit proefsleuven en leverden resten op van bebouwing. Helaas is er maar weinig van de funderingen bewaard gebleven. Alleen de diepere sporen (meer dan 1 meter diep) – zoals kleine keldertjes, kuilen en putten – hebben het overleefd. Dit komt enerzijds omdat de stenen gebouwen op het fort niet diep gefundeerd waren en anderzijds door het gebruik van de terre. Na de opheffing van het fort rond 1816 werd de terre gebruikt als akker. Het jarenlange ploegen heeft de meeste steenresten opgeruimd. Interessante sporen waren een keldertje onder één van de soldatenbarakken, de contouren van het kruithuis in een hoek van het fort en een keldertje met afvalkuilen onder de commandantswoning. Bij het kruithuis werd een hoeveelheid menselijke beenderen gevonden, samen met scherven van een mortier. Waarschijnlijk waren hier bij het beleg van 1747 slachtoffers gevallen.

kelder vanaf overzijde

kelder vanaf overzijde

locatie_fundering_kelder
  fundering kelder op Fort de Roovere     (2008)  locatie vd fundering vd kelder zat onder de zuidelijke barakken

In het voorjaar van 2010 vond een tweede archeologisch onderzoek op Fort de Roovere plaats. Het doel was om op basis van een oude tekening resten op te sporen van de ingang van het fort en van een onderaardse gang (poterne) onder de noordelijke wal van het fort. Aan de westelijke zijde van Fort de Roovere – thans de Lingeweg –  lag de ingang naar de terre. Er was een brug over de gracht, die naar een soort inham in de wal leidde. Deze inham had een U-vorm van 14 bij 21 meter en was aan drie kanten bekleed met een dikke muur. Zie hierboven op de tekening links in het rood. De funderingen en daarmee de complete vorm van deze imposante muur is in het voorjaar 2010 blootgelegd. Het metselwerk dateerde van 1628 en was aan de zichtkant (in de oorspronkelijke uitvoering) helemaal met gele IJsselsteentjes bekleed. In de muur was een poort, die naar een 20 meter lange doorgang in de wal leidde. Helaas is deze doorgang niet bewaard gebleven. Dankzij tekeningen uit het Nationaal Archief weten we wel precies hoe die – overigens smalle – doorgang eruit zag. In die tijd klaagden de soldaten namelijk al dat de toegang tot het fort te smal was (1,40 meter!).

luchtfoto_opgraving_fundering model_ingang_FdR  
Luchtfoto opgraving fundering U-vormige ingang naar Fort deRoovere  Model van ingang Fort de Roovere 1628

Binnen de U-vormige muur en ook daarbuiten waren de stenen pijlers van de brug nog aanwezig. De brug en de ingang verloren hun functie in 1784, toen de wal en de gracht aan de westkant van het fort (de keelzijde) verwijderd zijn. Een andere interessante ontdekking was een doorgang in de noordelijke wal van Fort de Roovere. Dit was een 23 meter lange overwelfde tunnel vanaf de terre naar een looppad (gedekte weg) tussen de twee wallen (een hoofdwal en een voorwal), die het fort tussen 1628 en 1784 omringden. Aan de uiteinden van de onderdoorgang zaten deuren. Deze constructie werd “poterne” genoemd en dateert al uit 1628. Bij de wijzigingen van de wallen in 1784 (van een hoofdwal en een voorwaal in één hoofdwal) bleven alleen de onderste steenlagen van de gang bewaard. De opgegraven fundering gaf wel een mooie indruk van de omvang van deze poterne.

uvormige_ingang_FdR

model_wal
Fundering U-vormige toegang tot Fort de Roovere zie ook plattegrond hieronder: U-vormige toegang met open zijde naar links gericht Onderste model wal van 1628-1784 met een hoofdwal en een voorwal, en een gedekte weg daartussen.Bovenste model: alleen een hoofdwal vanaf 1784 (als thans) aan oostzijde Fort de Roovere   
   
locatie_fundering_kelder opgraving_fundering
Plattegrond Fort de Roovere: poterne midden boven Opgraving van de fundering van de onderdoorgang (poterne) bij de noordwal van Fort de Roovere (2010)

  Het archeologisch onderzoek in 2007, 2008 en 2010 is in verslagen en foto’s vastgelegd, maar de vondsten zijn weer met grond afgedekt om te voorkomen dat deze door te enthousiaste bezoekers kunnen worden beschadigd.   Bron:  M. Vermunt, Stadsarcheoloog gemeente Bergen op Zoom, mei 2011.

Print Friendly, PDF & Email