De liniewal is in 1727 onder leiding van de “directeur der fortificatiën” ingenieur Cornelis van Bommel aangelegd. Dit in het kader van de versterking van de waterlinie, waartoe Menno van Coehoorn – zonder specifiek aan te geven hoe – al in 1698 geadviseerd had.
De wal liep van de vesting Bergen op Zoom (vanaf de Wouwse Poort) tot voorbij Fort de Roovere (tot de redoute van het Laag) en had een totale lengte van ca. 5,5 kilometer.
In de wal waren in totaal zes redans aangelegd (twee per deel tussen de forten onderling en de vestingstad). Later werden er een aantal wijzigingen aangebracht. Aan de liniewal werden onder andere een aantal bastions toegevoegd, waarvan er in het deel tussen Fort de Roovere en Fort Pinssen, dat thans nog bestaat (ca. 1 kilometer lengte) nog twee terug te vinden zijn.
Verder werd in 1758-1759 onder leiding van majoor-ingenieur Jan Dirk van Wijck door de verbinding van de Zoom met de liniegracht ten zuiden van Fort Moermont de waterhuishouding cq watervoorziening van de vestingstad verbeterd. Ter plaatse werd de liniewal verlegd; een deel van de wal met twee redans werd vervangen door een nieuw deel met vier bastions.
Het nog bestaande deel van de Liniewal is in 2010 weer meer zichtbaar gemaakt door de wal, de redans en de bastions tot een hoogte van ca. anderhalve meter te verhogen en de liniegracht ernaast beter watervoerend te maken.
Om de beleving van het inundatiegebied ten oosten van de liniewal te verbeteren, is het terrein daar ca. een meter afgegraven. Op die manier ontstaat opnieuw een nat en dras gebied dat tevens dienst gaat doen als waterberging voor het Waterschap Brabantse Delta. Dit heeft ook – gewenste – gevolgen voor de flora en fauna, het draagt namelijk een steentje bij aan de biodiversiteit.